PLANT VAN DE MAAND (november)

Paddenstoelen – fungi

Een paddenstoel is het vruchtlichaam van een schimmel. Terwijl de schimmel onder de grond leeft of onder boomschors krijgt het netwerk aan schimmeldraden bovengrondse uitlopers en daar groeien de paddenstoelen die we zien.

Zwammen en schimmels zijn synoniemen en hebben dezelfde wetenschappelijke naam: fungi.

De paddenstoel vormt slechts een klein deel van de schimmel. Iedere paddenstoel is dus een schimmel, maar een schimmel is niet perse een paddenstoel!

Vanwege het, verontrustende, warme najaar waar geen einde aan lijkt te komen zijn de paddenstoelen laat. Ze verrichten in de tuin belangrijk werk voor je en zijn absoluut onmisbaar in onze natuur. Grofweg zijn er drie groepen paddenstoelen: symbionten, saprofieten en parasieten. Deze drie groepen bereiken hun voedsel op een verschillende manier wat van invloed is op de plek waar de paddenstoel verschijnt. De ene paddenstoel leeft in harmonie met z’n gastheer, de ander ruimt het bos op en een derde kan zelfs een boom dood maken. Dat doen ze gelukkig wel pas als een boom al verzwakt is.

Saprotrofen (saprofieten) ruimen rottend organisch materiaal en dood hout op en zetten dat om in voedsel voor planten. Vaak zie je ze jaar na jaar op dezelfde plek terugkomen. De meeste paddenstoelen behoren tot deze groep. Voorbeelden zijn de parasolzwam, het kleverig koraalzwammetje en de gewone champignon.

Parasieten leven ten koste van de gastheer. Deze zwammen vertonen zich op bomen die in minder goede conditie zijn. Ze vormen hun zwamvlok in het nog levende hout dat daardoor verzwakt en uiteindelijk sterft. Als de boom dood gaat hakt bijvoorbeeld de specht uit het zachte hout een nest of leggen kevers er eitjes in. Goed dus voor het ecosysteem. Voorbeelden hiervan zijn de dikrandtonderzwam, de berkenzwam en de dennenmoorder.

Sommige symbionten zijn mycorrhiza-paddenstoelen of mutualisten. Deze leven in harmonie (symbiose) met hun gastheer. De zwamvlok is vergroeid met de wortels van de boom of plant. De boom levert suikers voor de zwam en de zwam levert voedingsstoffen voor de boom. Door de samenwerking zijn planten beter in staat om in minder ideale omstandigheden te overleven. Voorbeelden zijn eekhoorntjesbrood (bij eiken, beuken, dennen en fijnsparren) en de vliegenzwam (bij berken en dennen).

Kortom, zonder bodemschimmels en zijn paddenstoelen zou een bos in zijn eigen afval omkomen terwijl samenwerkende bodemschimmels voorwaarde zijn voor hun gastheren om te kunnen bestaan. Bovendien hebben bodemschimmels een anti-erosie functie. Hun kleverige draden houden gronddeeltjes samen en zorgen er voor dat bij heftige regenval, de bodem op zijn plek blijft en niet wegspoelt.

Daarnaast kennen we bodemschimmels als een natuurlijke bron voor medicijnen. De penseelschimmel kan bijvoorbeeld penicilline maken. Dat is een antibioticum dat schadelijke bacteriën in het lichaam bestrijdt.

Ben je benieuwd welke soort paddenstoel jij in de tuin hebt en hoed ie heet? Kijk dan op: https://www.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/search/nsr_search_pictures.php?name_id=&group_id=116300&group=Fungi&photographer=Ab+Neutel&validator=&group=Fungi

Bron: https://www.ivn.nl/beleef-de-herfst/paddenstoelen/alles-weten-over-paddenstoelen

Commissie Natuurlijk Tuinieren

Verslag van de lezing van de Commissie Natuurlijk Tuinieren

Het vergeten plantseizoen – informatieve workshop met Anne Marie van Dam

Op zaterdag 22 oktober was er in het verenigingsgebouw van Ons Buiten een lezing van bodemkundige Anne Marie van Dam. Zij vertelde over het belang van vermeerdering van planten juist in de herfst. De beste maanden om planten te stekken en te vermeerderen is in september en oktober. De aarde is dan nog warm terwijl er vanwege de koelere lucht weinig verdamping is. De dagen zijn vrij lang en het regent regelmatig zodat de stekken voldoende tijd, licht en vocht krijgen om zonder (veel) aandacht een wortelgestel te ontwikkelen voordat ze in winterrust gaan en het volgende voorjaar bloeien. Bovendien heb je goed zicht op je tuin zodat je weet op welke plekken je in het voorjaar wilt planten en welke planten je wilt vermeerderen door scheuren, delen of via de zaailingen die her en der zijn opgedoken. In het voorjaar is er weliswaar evenveel licht maar veel minder vocht waardoor de grond te droog is en je voortdurend water moet geven.
Verplanten levert stress op bij de planten omdat ze in een andere omgeving en andere grond worden gezet waar de verdamping anders is. Gestresste planten verzwakken en zijn daardoor een makkelijke prooi voor slakken. Met hun voelsprieten voelen en ruiken ze de stress bij de planten en vallen deze in het voorjaar massaal aan.
Een ander voordeel van planten in de herfst is dat je tegelijk de biobloembollen in de grond kunt zetten zodat je deze niet hoeft te markeren om te voorkomen dat je er later een andere plant bovenop zet.
Anne Marie benadrukte het gebruik van potgrond zonder veen van bijvoorbeeld biokultura (die in het winkeltje te koop is) of kokospotgrond. Je kunt ook zelf bladcompost maken. Anne Marie van Dam heeft onlangs met Caroline de Vlaam een interessant boek uitgebracht: ‘Leve de bodem! Een gezonde basis voor elke tuin‘ Meer informatie hierover kun je vinden op haar website: www.annemarievandam.nl

Wist je dat…

  • In december er nog maar 1/10e van het licht is in vergelijking met de zomermaanden en dat er in november dus ook al beduidend minder licht is?
  • hoe meer licht er is hoe meer planten verdampen?
  • hoe minder licht hoe minder je water hoeft te geven en hoe minder stekken doodgaan?
  • verplanten stress oplevert bij de planten?
  • hoe méér vocht er in de plant zit hoe minder snel hij bevriest?
  • april de droogste maand is van het jaar? (zie: www.klimaatatlas.nl – neerslag en verdamping)
  • bladeren in een vuilniszak er anderhalf jaar over doen om bladcompost te worden?
  • je dan gratis duurzame, voedzame en ecologisch verantwoorde potgrond hebt?
  • bladeren van lindes, wilgen en essen de meeste voedingswaarde bevatten?
  • de grote kattenstaart groen stuifmeel heeft?
  • de kattenstaartdikpoot alleen foerageert op de grote kattenstaart en daarna met groene pootjes weer verder vliegt?

Commissie Natuurlijk Tuinieren

Plant van de maand

Goudsbloem – tuingoudsbloem – Calendula officinalis

De maand oktober is de maand van de goudsbloem! Hoewel de gele of oranje goudsbloem eenjarig is zaait hij zich gemakkelijk uit. Voor de zekerheid kun je aan het einde van de herfst zaden oogsten en deze uitstrooien op een stukje geschoffelde grond.  Bedek de zaden met wat aarde. Ze bloeien dan het volgende voorjaar. Zaai in maart, april, mei of juni als je hetzelfde jaar bloemen wilt. Ze bloeien tussen juni en oktober en dankzij het warme weer soms langer.

Kies een plekje uit waar veel zon komt. Goudsbloemen groeien op bijna alle soorten grond, behalve als het echt heel nat is. Voedselrijke grond heeft de voorkeur.

Van oudsher gebruikten mensen de antiseptische werking van de goudsbloem als medicinale plant, bijvoorbeeld in de bekende calendulazalf. De oranjegele bloemen zijn ook geschikt om te eten. Zowel rauw als in gekookte en gestoofde gerechten. De bloemblaadjes kun je onder meer toevoegen aan salades en je kunt er thee van zetten. Of je droogt de bloemen voor soepen en baksels zoals cake. Met de bladeren kun je kleur geven aan rijst.

Naast een nuttige plant voor de mens is de goudsbloem een drachtplant voor honingbijen en solitaire bijen en trekt bovendien zweefvliegen aan. Langs het huis geplant, houdt goudsbloem mieren tegen. Geen wonder dus dat de goudsbloem plant van de maand oktober is!

Commissie Natuurlijk Tuinieren

TUINVLINDERTELLING


Van vrijdag 15 juli tot en met zondag 17 juli 2022 was de tuinvlindertelling. Volgend jaar is er weer een nieuwe kans om mee doen.

Hoe werkt het?
Loop een rondje door de tuin en noteer gedurende 15 minuten alle vlinders die je ziet. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan kan het zijn dat je vlinders twee keer telt. Geef van elke soort het hoogste aantal door dat je tegelijk hebt gezien. Voorbeeld: je ziet eerst 3 dagpauwogen tegelijk. Tien minuten later zijn er weer 2 dagpauwogen. Dan geef je door: 3 dagpauwogen.
Zie je later op de dag of één van de andere teldagen weer vlinders? Dan kun je die doorgeven via een nieuwe telling. Heb je een vlinder gezien die niet in de tellijst staat? Dat kan; we tellen alleen de meest voorkomende soorten in tuinen. Je hoeft deze waarneming dan niet in te vullen.

Belangrijk: als je geen vlinders ziet is het ook belangrijk om
dit door te geven. Deze data zijn net zo belangrijk als tellingen
waar wel vlinders gezien zijn. Vul dan ‘0 dagvlinders gezien’ in
het telformulier.

Vlinder op een blad

PLANT VAN DE MAAND JULI


Komkommerkruid – Borago officinalis – Bernagie

Deze geweldige plant mag eigenlijk niet ontbreken in de tuin, vooral niet als je de bijen een handje wilt helpen. De blauwe bloemetjes staan fleurig in een salade en smaken zoet. Het blad kun je gebruiken als bindmiddel in soepen en sauzen en smaakt naar komkommer. Rauw kun je het blad ook eten maar de beharing vindt niet iedereen prettig op de tong. Het behoort dan ook tot de familie van ruwbladigen.
Komkommerkruid heeft een diepe penwortel en is goed in het openbreken van verdichte grond. Bovendien houdt het plaagdieren weg bij omringende planten. Bijen en hommels zijn dol op deze plant. Na de bloei kun je het komkommerkruid omspitten en als groenbemester inzetten. Er zijn maar weinig planten die zoveel functies in de tuin hebben. Bovendien bloeit het lang, van mei tot aan de herfst.
Hoewel het een eenjarige plant is, zaait hij zichzelf gemakkelijk uit dus als je hem een keer hebt dan komt hij meestal terug. Voor de zekerheid kun je wat zaden verzamelen. De beste grond is voldoende vochtig maar niet nat, leem en zandgrond zijn beide goed. Kies voor een plek met veel zon en niet teveel wind. Bij harde wind kunnen de planten omwaaien. Vrijstaand groeien de planten enorm uit en worden zo’n 50-70 cm hoog.

Commissie Natuurlijk Tuinieren

Komkommerkruid – Borago officinalis – Bernagie

Bericht uit de ecozone


Inmiddels zijn er bijtjes uitgevlogen en nieuwe, vooral bamboegaten bezet. De foto’s vindt je op de website.
Helaas werkt het bijenhotel op Oost nog niet zoals bedoeld. Vermoedelijk komt het door de schaduw en dat bewijst maar weer eens dat de bijen zonliefhebbers zijn. We kijken uit naar een betere plek.

Commissie Natuurlijk Tuinieren
natuurlijktuinieren@onsbuitenleiden.nl

Zoek de dichtgemetselde boorgaten!

Verwildering – nieuwe helden


We hebben twee nieuwe helden op Ons Buiten die het aandurven om een vierkante meter van hun tuin te laten verwilderen! De foto’s van de ‘Goddelijke schoonheid’ en van ‘De wildernis’ op tuin 408 vind je op de website. We hopen op nieuwe helden en als je mee wilt doen kun je een berichtje met foto naar de commissie natuurlijk tuinieren mailen.

Tuin 408

Commissie Natuurlijk Tuinieren
natuurlijktuinieren@onsbuitenleiden.nl

Verwilderde vierkante meter in tuin op Ons Buiten

PLANT VAN DE MAAND JUNI


Spork – Frangula alnus

De spork is een doornloze, weinig vertakte struik met opgaande takken uit de wegedoornfamilie en bloeit van mei tot augustus. Andere namen voor spork hangen meestal samen met het (vroegere) gebruik ervan: sporkehout, gewone vuilboom, bloedboom, pijlhout, hondskers, honzehout, sprokkel, peggehout, duvelskeersj, houtjeshout, buskruithout.
Zo gebruikte men de gedroogde bast en takken als laxeer- en purgeermiddel. Het hout bevat weinig anorganisch materiaal en vormt na verbranding goede houtskool als tekenmateriaal en als bestanddeel van buskruit. Tijdens oorlogen was sporkehout daarom kostbaar. Van het buigzame hout maakte men tot in de negentiende eeuw lemen vakwerkwanden en geschilde takjes dienden als dwarshoutjes in bijenkorven. De Friese naam bijspilehout verwijst hier nog naar. De bessen kun je gebruiken voor verfstoffen zoals schijtgeel en sapgroen.
De soortnaam Frangula komt van het Latijnse “frangere” (breken) omdat de takjes fragiel zijn en makkelijk breken.
Sporkehout heeft een voorkeur voor een zure, natte tot vochtige bodem in allerlei bostypen. Uit afgehakte of gezaagde takken groeit Sporkehout snel uit. Daar lijkt de Nederlandse naam van afkomstig te zijn: in Sporkehout is sprokkelhout te herkennen. De spork stelt weinig eisen aan de bodem en verdraagt veel schaduw maar heeft de voorkeur voor een matig rijke standplaats met voldoende licht, halfschaduw.
Snoeien bevordert de bloei want de spork bloeit op jong hout. Gebruik handschoenen tijdens de snoei want de vuilboom doet zijn naam eer aan.

Spork (met insect)

Insecten bestuiven de spork en terwijl de besjes van een vorige bloei er nog steeds aan hangen, bloeit de vuilboom telkens weer opnieuw.
De vrucht is een kleine bes die rijpt van groen via rood tot donkerpaars of zwart. In de late zomer komen aan dezelfde tak alle kleuren bes tegelijk voor. De bessen worden voornamelijk gegeten door frugivore (vruchtetende) vogels zoals grote lijster, kramsvogel en fazant, die zo de zaden verspreiden in de uitwerpselen.
Omdat deze struik zo’n lange bloeiperiode heeft, is het een zeer belangrijke drachtplant voor honingbijen. Bovendien is de spork waardplant voor de citroenvlinder en het boomblauwtje. Ook een aantal motten leeft van het blad van deze heester zoals de sporkehoutspanner, de grote boomspanner, de rossige haakbladroller en de vuilboomooglapmot die op het blad mineert. Tot slot is het sporkehout een waardplant voor de wants Apolygus rhamnicola en de bladvlo Trichochermes walkeri. De bladeren van wegedoorn en sporkehout hebben vaak oranje zwellingen, veroorzaakt door kroontjesroest Puccinia coronata.
Bij de tuincentra zijn deze “ordinaire” boompjes bijna nooit te koop. Je moet er voor naar boomkwekers onder de afdeling ‘plantsoen’.

Commissie Natuurlijk Tuinieren
natuurlijktuinieren@onsbuitenleiden.nl

Spork (zonder insect)

Bericht uit de ecozone

Inmiddels zijn er verschillende gaten in het bijenhotel gedicht. Aan het begin van elke maand zetten we een foto van het bijenhotel op de website zodat we de metselactiviteiten van de bijen kunnen volgen en ontdekken welke gaten goed werken. Op de website vindt u de foto van de maand mei. Vooralsnog lijken de gaten in het geïmpregneerde hout favoriet. Blijkbaar zijn de bijen nog niet op de hoogte van het gif in geïmpregneerd hout….

Bijenhotel houtblokken
Bijenhotel bamboestokjes

Commissie Natuurlijk Tuinieren
natuurlijktuinieren@onsbuitenleiden.nl

OPROEP aan ‘wilde’ tuinders

De NRC en de universiteit van Tilburg startten in februari gezamenlijk het project De Wilde Tuin. Inmiddels zijn er meer dan 8.000 tuinbezitters door heel Nederland die een klein stukje tuin laten verwilderen en ontdekken wat de effecten van de verwildering zijn op de tuin én op henzelf.

Op Ons Buiten pakken we dit project kleinschalig op. Als iedere tuinder mee zou doen zouden we op het hele complex 420 vierkante meter verwildering ontwikkelen! Prachtig toch?

Omdat vast niet iedereen meteen staat te springen, willen we tuinders met lef vragen of zij een jaar  lang (en daarna verlengen we het met nog een jaar en nog een jaar en nog een) een paar vierkante meter van hun tuin willen markeren (bv. met paaltjes, stammen, stenen of als bak) en laten verwilderen. Dat betekent:  geen onkruid wieden, gevallen bladeren en takken blijven liggen, geen water gieten, enz. Veel tijd dus voor andere dingen. We zijn erg benieuwd wat de verwildering met het stukje tuin doet. Wordt het een oase voor alles wat groeit, bloeit, zoemt, vliegt of scharrelt in de tuin of wordt het slechts een rommelig ogend stukje wildernis waar niets te beleven valt?

Om je toch nog iets te laten doen met dat stukje tuin vragen we je om elke maand een foto te nemen van de vierkante meter verwildering. Vaker en meer foto’s kan ook natuurlijk. We vinden het leuk om de verwildering te volgen en daarom is het fijn als je je via de mail aanmeldt bij de commissie natuurlijk tuinieren en elke maand een foto opstuurt met tuinnummer (of een zelfbedachte tuinnaam zonder tuinnummer) en datum zodat we op de website in beeld kunnen brengen wat er tijdens verwildering gebeurt.

We hopen op veel tuinders met lef!

Commissie Natuurlijk Tuinieren

natuurlijktuinieren@onsbuitenleiden.nl

Hoe maak je een wilde tuin? Hier vind je een stappenplan van wat je moet doen om een wilde tuin te maken.
1. Markeer een vierkante meter in je tuin met een paar stokjes en een stukje touw. Dit hoeft geen vierkant te zijn, alle vormen zijn mogelijk (een perkje langs de zijkant van de tuin bijvoorbeeld) als het oppervlak maar ongeveer een vierkante meter is. De plek in de tuin maakt niet veel uit, maar op een zonnige of deels zonnige plek zal er meer gebeuren dan op een plek in de schaduw.
2. Maak het gebiedje vrij van tegels of andere spullen. Planten mogen blijven staan. Heb je standaard tegels in je tuin van 30 cm bij 30 cm? Haal dan minimaal negen tegels weg.
3. Als er zand onder de tegels ligt, gooi dan een beetje compost of wat aarde op het stukje grond en woel de grond om. Zo raken organismes in de aarde verspreid. Als je een deel van je gazon laat verwilderen is markeren voldoende. In het geval van een ‘al verwilderde tuin’: zet een deel van de tuin af.
Een vakje wilde tuin.