Klimaatproblemen vliegen ons voortdurend om de oren en hoewel we met onze groene volkstuinen bijdragen aan oplossingen lijkt het allemaal niet genoeg. Er is ook goed nieuws. Over de Hulst bijvoorbeeld. Er zijn namelijk bomen die de ozonniveaus verminderen. De zwarte els, de eenstijlige meidoorn, de veldesdoorn en de ruwe berk zijn daar bijvoorbeeld heel erg goed in. Hoewel de Hulst lang niet de beste is, is hij toch matig geschikt om de luchtkwaliteit te verbeteren, net als de Linde, de Sering en de Zoete kers.
In november tooit de Hulst zich met rode bessen en als de takken niet gekaapt worden voor kersstukjes hangen de bessen er zolang de kramsvogels, koperwieken, appelvinken en zanglijsters ervan af blijven.
Het is de enige groenblijvende loofboom die van nature voorkomt in de Benelux. Zanglijsters nestelen graag in de hulst die wel 6 tot 7 meter hoog kan worden en het liefst op niet te natte grond staat. In april en mei bezoeken hommels, honingbijen, zandbijen, metselbijen en vlinders de witte bloemen die in het najaar plaats maken voor de rode bessen. Voor het Boomblauwtje is de Hulst waardplant en de Citroenvlinder overwintert op de Hulst. En dat niet alleen.
De Hulst lijkt een ecosysteem op zich: de bladluis (Aphis ilicis) eet de leerachtige hulstbladeren terwijl lieveheersbeestjes, oorwurmen, sluipwespen en gaasvliegen de bladluizen opeten. De larven van de Hulstvlieg (Phytomyza ilicis) overwinteren in het hulstblad dat tevens hun voedsel vormt. Op hun beurt leggen sluipwespen eitjes in de larven van de Hulstvlieg als die tenminste niet zijn opgegeten door de mezen.
Van het hout van de hulst maken we meubels en van de gedroogde jonge bladeren trekken we thee die koortsverlagend en urinedrijvend werkt. En hoewel de hulst vroeger volgens oud bijgeloof ook nog bescherming bood tegen blikseminslag en tegen vijandige machten zoals demonen en heksen is de veelzijdigheid van de hulst onmiskenbaar.
Commissie Natuurlijk Tuinieren