Plant van de maand: Winterjasmijn – Jasminum nudiflorum
Deze sterke winterharde jasmijnsoort bloeit van december tot eind februari met mooie, licht geurende gele bloemen. Ze zijn bestand tegen de meest koude dagen en nachten en is daarom met recht de plant van de maand februari.
De klimmer wordt ongeveer drie meter hoog en kan dus prima tegen een schutting of gevel in de zon of de halfschaduw en houdt van vruchtbare, goed doorlatende grond. Als het vriest en de grond bevroren is kan de winterjasmijn geen water opnemen. Geef hem na de vorst flink wat water.
De lange slappe vierkante twijgen hechten zichzelf niet en heeft een klimconstructie nodig om de hoogte in te kunnen groeien. Pas na de bloei vormt winterjasmijn haar blad. Twijgjes die op de grond blijven liggen kunnen opnieuw wortelen.
Direct na de bloei, begin maart, snoei je de winterjasmijn. Snoei de zijtakken die aan de hoofdtakken zitten terug tot op 5-10 cm, net boven een gezonde knop. Knip alle dode, beschadigde en uitgebloeide takken weg. Laat de jonge takken zitten zodat deze het volgende seizoen weer kunnen groeien en bloeien.
Een winterjasmijn die zich in de loop van de tijd ontwikkeld heeft tot een massa, warrige takken kun je drastisch terugsnoeien. In dat geval snoei je na de bloei in maart alle takken van de klimplant terug tot ongeveer 50 à 60 cm boven de grond. Na zo’n ingrijpende snoeibeurt kan het één of twee jaar duren voordat hij weer gaat bloeien.
De winterjasmijn is een eersteklas klimmer voor vogels. Op zachte winterdagen in februari, bezoeken de eerste insecten de bloeiende bloemen. En als begin lente de mezen overschakelen van hun winterkostje (zaden) naar insecten, dan zoeken ze ook prompt in de winterjasmijn!
Commissie Natuurlijk Tuinieren