Plant van de maand (Januari)


Winterakoniet – Eránthis hyemális

Een van de eerste bloeiers in het nieuwe jaar is de winterakoniet, Eránthis hyemális, uit de ranonkelfamilie met gele bloemen. Het is een echte schaduwplant en behoort tot onze stinsenflora. Winterakonieten zijn goed
te combineren met sneeuwklokjes en krokussen. In het wild vind je ze in loofbossen en dan met name in essen- en iepenbossen op grazige plekken.

Oorspronkelijk is het een Zuid-Europese soort die veel is aangeplant in buitengoederen en van daaruit verwilderde en deel werd van onze natuurlijke flora. In de volkstuin hebben ze het ook naar hun zin op een humusrijke en vochtige plek onder bomen en struiken die ’s winters hun blad verliezen. Winterakonieten groeien uit knolletjes. Je kunt de knolletjes het beste planten aan het eind van de zomer of begin van het najaar. De knolletjes moeten ongeveer 5 cm diep worden geplant en 7,5 cm uit elkaar voor een mooi effect.
Omdat ze vroeg in het jaar bloeien, zeker in een zachte winter, krijgen
ze weinig insectenbezoek hoewel vliegen, wespen en korttongige bijen de normale bezoekers zijn van winterakonieten. Alleen op warme zonnige dagen tijdens een zachte winter en de zeer vroege lente komen ze langs.
De gele bloemdekbladen hebben een typische vorm en worden ook wel honingbakjes genoemd.

Commissie Natuurlijk Tuinieren